Visdrogerij Vatrop

Vatrop - In 1947 worden alle plannen tot het bouwen van een visdrogerij weer opgepakt maar niet door de Wieringer vissers. De mislukte plannen van de Vissersvereniging Wieringen en D.E.T.V. voor de oprichting van een garnalen- en visdrogerij mislukte voordat deze officieel van start zou gaan. En het bedrijf Riebo conserven opgericht door de heren Riemersma en de Boer en de fabricage van visolie door de heer Meijer kregen door de oorlogsjaren een valse start en kwamen niet of nauwelijks van de grond.

Maar de plannen zijn daarna op Wieringen ook niet meer opgepakt. In andere plaatsen worden wel drogerijen, zouterijen en rokerijen nieuw leven in geblazen. De koopman ook van buiten Wieringen strijkt met de vis en industrien, en verdiend er aan. De Wieringers staan ernaast.

In 1947 wil de firma J.C. van der Sande uit Breskens dit alsnog op het voormalige eiland opzetten. In de oorlog is hun bedrijf verloren gegaan en hebben daarom toestemming gekregen dit op Wieringen te herbouwen. Er wordt dan gesproken over het terrein aan de Noorderhaven en nabij de Betonweg alsmede het voor industrieterrein aangewezen gedeelte achter de Dijkstraat. De firma geeft de voorkeur aan een terrein buiten de bebouwde kom. Het bedrijf wordt opgericht op Vatrop waar aan de oostzijde van de Vatropperweg een terrein is aangekocht. Een groot voordeel om daar te bouwen is de gemakkelijke afvoer van het afvalwater. Het is Vatrop die de primeur krijgt van een visverwerkende industrie.

Tot ver in de jaren ’60 heeft de fabriek gedraaid. De fabriek werd toen opgeheven, tot groot genoegen van de omwonenden die de stankoverlast meer dan zat waren. De stank reikte ver en wanneer de vrachtauto’s door Oosterland reden kregen de inwoners ook daar een vleug van het vismeel mee. Toch ontstond in de jaren ’70 een plan tot heropening, er werd na veel protest een deel van de fabriek verbouwd tot een modern bedrijf. Kort na de opening brandde de gehele fabriek af en is herbouw nooit meer tersprake gekomen.

Gesprek met mevrouw Blokker-van der Dulm
De vismeelfabriek die in de vijftiger jaar door de familie Wietse en Hilda Bouma werd gevoerd, draaide goed. Bouman had een gezin met vijf kinderen en woonde in Den Oever. Bij wind uit zee, hadden omwonenden veel last van de stank die werd veroorzaakt door de stoom die vrijkwam bij het verwerken van visafval, waaronder zeesterren. Hadden de omwonenden hun wasgoed buitenhangen en de wind draaide dan stonk het wasgoed naar de fabriek en waren zij genoodzaakt het wasgoed opnieuw te wassen.

Nadat de vismeelfabriek rond 1966 (?) werd gesloten, werd de grond in 1974 aangekocht door Chiel Schouwenaar met de bedoeling hier een milieueducatieproject op te zetten. Hij richtte de Stichting Michaëlshof voor Milieueducatie op. Organiseerde cursussen voor biologisch dynamisch tuinieren, studiegroepen voor biologische architectuur, werkweken enz.. In 1984 brandde de fabriek in zijn geheel af. Schouwenaar had daarna plannen voor het zogenaamde 'Energie-Nul-Gebouw', wat hij ontwikkelde in samenspraak met wetenschappers, o.a. van het ECN in Petten en de TU Eindhoven. Het water wat hier werd gebruikt werd gerecycled en energie verkregen uit zonnepanelen. Voorts wilde hij zichzelf gaan voorzien in voedsel en water. Oorspronkelijke groenten soorten werden gezaaid op de maanstanden.

Schouwenaar kreeg de bouwvergunning en probeerde om het benodigde geld (drie miljoen) bij elkaar te sprokkelen bij VROM, ECN, Stichting Doen, Provincie en het Bedrijfsleven. De gemeente wilde echter niet dat er overnachtingen plaatsvonden en zo is het nooit tot het Energie-Nul-Gebouw gekomen. Schouwenaar woont hier nog steeds, in het klein huisje, deels onder de grond, met tegelkachel die de rookgassen recyclet. Hij drinkt hergebruikwater en heeft een Biologisch Dynamische-tuin.

Door Tiny van Teulingen-Molenaar


Laatste deel gevonden op: http://www.vpro.nl/programma/wintergasten/afleveringen/37411/

Michaelskerk Oosterland

De architect van Monumentenzorg deed pogingen tufsteen te verkrijgen, ter vervanging van de baksteen, opdat alles weer één geheel werd en men ook beter kon laten zien hoe het was vòòr de Hervorming.

Doopsgezinde gemeente

Op Wieringen behoorde het grootste deel van de bevolking tot de Hervormde Kerk. Daarnaast vormde de doopsgezinde (20%) de tweede groep, tot begin 1900 voornamelijk op Stroe.

Heidense Kapel Stroe

Het oudste historische bericht over de kerken op Wieringen staat vermeld in een lijst van goederen die het klooster Fulda aan de Weser aan het einde van de 8e eeuw bezat.