Den Oever

Op weg naar Den Oever. Het dorpje Oosterland betekent weinig. Het ligt kaal en boomloos in de vlakte, dicht aan zee, waarvan het door een uiterwaard is gescheiden. Wat verder, eveneens aan zee, ligt het dorp Den Oever, wat groter en aanzienlijker als een dicht ineen gebouwde buurt, met houten en stenen gevels.

Eens heeft het vrij wat welvaar genoten door de lichter schippers, die er woonden en door de berging van goederen uit verongelukte schepen. De kettingpompen, die er nog lang bewaard werden, hebben vrij wat goede diensten gedaan en de kleine houten kapel was herhaaldelijk vol met geredde koopwaren. Ter herinnering aan de redding van een in het ijs bekneld schip, hangt er nog ’t model van een scheepje.

Ook bezat het dorp in der tijd een gasthuis. De opkomst van De Helder door het graven van het Noord-Hollandsch kanaal was de ondergang van Den Oever. Thans wordt het meest door visschers en wiermaaiers bewoond. Een stuk wierdijk is nog overgebleven
.

Door J. Craandijk, rondreiziger. Uit ‘Eigen Haard’, geïllustreerd Volkstijdschrift uit 1885. Onder redactie van H. de Veer, ds E. van der Veer en Ch. Rochussen.



Den Oever beschreven door Jan de Rijmer


Dit dorpje gans aan ’t eind van Wieringen gelegen,
Is dikwijls gans ten prooi aan stormen allerwegen,
Zodat, als storm en vloed het water inwaarts schuift
En op de glooiing breekt, gans over ’t  dorp schuift
Dit dorp, thans klein en oud, dat was in vroeger jaren,
Zo de oorkonde meldt, veel groter, meer welvaren,
Toen loods en schipperij hier vonden goed bestaan
En brachten door hun vak hier goede winsten aan.

Men zegt een veertigtal zo lichters als ook kagen,
Die hadden hier een thuis en zeilden alle dagen
Bij beurten hier vandaan, want zie dit was hun vak:
Het lichten van de last, van kof of brik of smak,
De schepen die uit de Oost in Texel binnenkwamen
En bij dit eiland langs, hun koers naar de hoofdstad namen
En door hun diepgang dan soms stuiten op het Vlaak,
Een vlakte in de zee, dan was het hunne taak.


Elk dorper die zijn naam wou in ’t  register zetten,
Had aanspraak, maar verbond zich ook aan hunne wetten
En gaf ook aan de kapel van zijn verdiensten een deel.
Zo was dit dorp in bloei en ’t  bond een sterk geheel.
Maar gaan wij zuidwaarts aan dit dorpje nu verlaten
En langs de Stoneledijk over iets anders praten.
Hier ligt nog buitendijks een strook zeer vruchtbaar land,
Weleer zeer groot en breed tot nut der boerenstand.......

Jan de Rijmer, Jan Bakker landman van de Gest (1831-1922)
Lees meer over de dorpen en buurtschappen op Wieringen, lees meer...