Amusement op Wieringen, door Cees Metselaar

Het amusement bestaat op Wieringen, rond 1900, uit meer dan af en toe een circus dat de overtocht naar het eiland waagt. Zo hebben allereerst de boeren op vaste tijden hun feest. De Hollandshe Maatschappij van Landbouw organiseert dan een tentoonstelling. Rond de grote kerk in Hippolyushoef, worden door de keurmeesters de beste dieren, veelal koeien, paarden en schapen, voorgeleid.

In de achterzaal van hotel 'De Witte Zwaan' is een keur van fruit te vinden, keurig gerangschikt tussen kleurige bloemen. Het ringsteken met paard en kar, na afloop van de tentoonstelling op het Kerkplein, is een attractie, vooral voor de boeren. De mannen sturen de paarden zo dicht mogelijk langs de palen, waaraan in een dwarslat de ringen. Gewapend met een lange stok trachten vrouwen of verloofden zoveel mogelijk ringen te verzamelen. Publiek is er altijd genoeg. Intens leven de kijkers mee, hun favorieten luid aanmoedigend.

Op het Kerkplein of op het land van Piet Dekker worden de volksspelen ter gelegenheid van de verjaardag van Koningin Wilhemlina gehouden. Deze laatste augstusdag is vooral de jeugd in actie. Mastklimmen, sprietlopen, touwtrekken en zaklopen ontbreken nooit op het feestprogramma. Een stijkje, onder leiding van de bassist Piet Bruul, luistert de feesten op.

Op hoop van zegen
In november geeft Harmonie haar eerste ledenuitvoering. Rond de Kerst is er een toneelavond, bedoeld om de kas wat te verstevigen. In februari is de tweede ledenavond. De muzikanten hebben altijd het eerste woord. Zij spelen een paar marsen, maar ook moeilijke ouvertures. Pracht toneelstukken waren onder meer Op hoop van Zegen, van Heyermans en Fabricius, Onder een dak. Piet Bruul is de bekwame regisseur. Harmonie's directeur heeft zich zelfs aan prachtige operettes als Roze Marie en Marijke van Scheveningen, gewaagd. Grietje Bosker en Jan Bruul vertolkten daarin de hoofrollen. Concordia is altijd tot de laatste plaats bezet, niemand wil de Harmonie avonden missen.

Janvier
Met jeugd is Jaap Bruul's cafe vol, als er dansles wordt gegeven. Piet en zijn zoon Jan Bruul, om beurten achter de piano, worden Veleta en Spaanse wals ingestudeerd. Het mooiste feest is en blijft echter de kermis. Tegenover de ambtswoning van de burgemeester in de Koningstraat komt dan de grote stoomdraaimolen van Janvier uit Bergen op Zoom. 's Avonds is het bonte voorfront sprookjesachtig verlicht. Binnen in de caroussel is het een weelde van klatergoud. In het midden van de draaimolen staat de grote stoomlocomobiel. Sissend wordt de overtollige stoom afgeblazen. Alles glimt en schittert, ook het koper aan de stoommachine. De machinist, een flinke jonge kerel, laat aan het begin en het eind van iedere rit de stoomfluit gillen. Ondertussen waagt hij ook wel eens een oogje naar de Wieringer meisjes. Een ervan heeft zijn bijzondere belangstelling. Een afspraakje volgt. Zo komt Hendrik Wiebrecht, als de kermis voorbij is en de mooie caroussel allang weer andere burgers rondjes doet draaien, naar Wieringen terug om Dieuwertje Hartog voor altijd trouw te beloven.

Grootcircus Blanus
Er komt circus op Wieringen. Het grootcircus Blanus heeft zijn tenten opgeslagen op het erf van Jan Veerdig en Wijn Mulder, tegenover Concordia. De kijkers staan paf als zij de staaltjes dressuur aanschouwen. Klap op de vuurpijl wordt op een van de laatste voorstellingen het optreden van de ventersket van Meijert Tijsen, de bakker, bekend als een zeer agressief en boosaardig paard, en het even makke paard van Simon Mulder, de kooiman. Wat niemand tevoren had durven geloven gebeurt. 's Avonds staat Meijert Tijsen's kwaadaardige ket met de vier benen keurig naast elkaar op een halve omgekeerde ton. Het paard is zo mak als het spreekwoordelijke lam geworden. Gaat op bevel dood liggen en doet alles wat de dresseur maar van hem verlangt, terwijl zijn bakkersbaas hem ternauwernood kon weerhouden argeloze huisvrouwen te molesteren!

Fragment uit 'Leven en werken toen Wieringen nog een eiland was', herinneringen uit de jaren 1900 - 1925 door C. Metselaar.