Den Oever - In de raadsvergadering van 31 augustus 1927 deelde de Burgemeester en Wethouders de raad mee, dat uit de bespreking met het Heemraadschap Wieringen overeenstemming was bereikt om de riolering van Den Oever te verbeteren. Het hoofdriool zou vernieuwd worden o.a. door de Gasthuissloot. Het Heemraadschap stelde de gemeente voor om van deze gelegenheid gebruik te maken de Gasthuissloot tegelijkertijd te dempen.
B & W kwamen tot de slotsom dat demping aanbeveling verdiende. Niet alleen zou de verdwijning van de Gasthuissloot de Volksgezondheid ten goede komen, doch bovendien bestond toen de gelegenheid om de demping tegen een geringe kostprijs te doen geschieden. De dienst der Zuiderzeewerken had een hoeveelheid zand van circa 1000 kub., die zij daartoe gratis ter beschikking stelde. En bovendien had werkspoor toegezegd dat het hun materiaal kosteloos ingezet mocht worden, zodat voor de gemeente alleen de kosten van arbeidsloon overbleven. Deze kosten waren berekend op plusminus fl. 0,75 per M3. Na demping van de Gasthuisloot zou een groot stuk grond beschikbaar komen, voor het maken van een plein, waaraan in Den Oever behoefte was.
B & W stelde daarom voor de Gasthuissloot aan te kopen van het Heemraadschap en de Kapellevoogden te Den Oever voor de koopsom van fl. 1,00, hen te machtigen voor de demping van de Gasthuissloot en de vrijgekomen grond te bestemmen tot een openbaar plein. De heer Lub vroeg zich af of 1000 M3 zand voldoende zou zijn om de Gasthuissloot te dempen. De heer Bosker verklaarde dat aan deze berekening niet veel zou mankeren, maar als er meer zand nodig mocht zijn, dit ter beschikking gesteld zou worden door de dienst der Zuiderzeewerken.
Gasthuissloot Den Oever
Met betrekking tot het bezwaar van de heer J. Brouwer en elf andere bewoners van de Hofstraat ingediende bezwaarschrift tegen de hinder van het straatrumoer, deelden B & W mee dat de ondervonden hinder blijkbaar van tweeërlei aard was. Het eerst genoemde bezwaar, veroorzaakt door motoren van stationerende autobussen, was bezwaarlijk te ondervangen. Het lag echter in de bedoeling voor deze bussen als standplaats aan te wijzen de gedempte Gasthuissloot. Al waar het lawaai van draaide motoren minder last zou worden ondervonden. Te voor moest hier eerst bestrating worden aangebracht, waarmee B & W echter nog mee wilden wachten tot het volgende jaar, totdat de grond zich voldoende zou hebben gezet en verzakkingen minder zouden zijn te vrezen.
Hofstraat
Voorlopig zou men dus van de Hofstraat gebruik moeten maken en in de toestand moeten berusten. B & W waren wel bereidt een verzoek aan de autobusondernemer te richten, om zoveel mogelijk met het geuite bezwaar rekening te willen houden. In de Schager Courant van 13 maart 1928, verscheen de mededeling dat B & W, de demping van de Gasthuissloot te Den Oever had aanbesteed. Er waren zeven inschrijvingsbiljetten ontvangen. De laagste inschrijver was, met fl. 785,- de heer W.H. Klos uit Wieringen, aan wie het werk gegund werd.
B & W vinden het wenselijk om met de bestrating van de gedempte Gasthuissloot te wachten tot het tijdstip waarop de zakking van de opgebrachte grond tot staan zou zijn gekomen. Dit tijdstip was op 23 juli 1929 volgens hen wel aangebroken. Zij waren van mening dat een afdoende voorziening slechts zou worden verkregen, als in de herbestratingsplannen de gehele Gasthuisweg zou worden betrokken. De weg verkeerde op dat moment in een zeer slechte conditie. Op grond van deze overwegingen hadden zij de gemeente-opzichter een begroting laten opmaken, voor het aanbrengen van een klinkerbestrating voor de gehele gedempte Gasthuissloot en de Gasthuisweg, van het begin tot het eind, dus van Zeestraat tot het hoekperceel, bewoond door G. de Haan. De kosten voor het gehele werk zijn beraamd op fl. 10.200,-. B & W stelden voor een credit te verlenen, ter uitvoering van het plan, tot genoemd bedrag.
De heer Lub was niet tegen het plan, maar vond het een verschrikkelijk hoge begroting. Het betrof hier een klein stukje straat en daardoor viel het genoemde bedrag naar zijn mening erg tegen. De heer Bosker meende dat de gedempte Gasthuissloot en de weg niet zo klein was. De voorzitter herinnerde de raad eraan, dat het een idee was om er een parkeerterrein te maken, daarom werd de sloot gedempt. De spreker moest toegeven dat het een hoog bedrag leek, maar de uitvoering van het werk was zeer nodig. Het was niet prettig dat de gemeente niet tot overstemming voor het perceel van bakker Kalf kon komen, de hoek was zeer belemmerd voor het verkeer. De heer Oden vroeg zich af of de grote bussen er wel door konden komen. En de heer Lub vroeg of ze er toch niet met Kalf konden uitkomen. De prijs is zo exorbitant hoog, dat de spreker het zelfs niet durft uit te spreken. De bakkerij zou ondersteboven moeten en dan een stukje achteruit opnieuw gebouwd moeten worden, om de weg daar breder te kunnen maken. De nieuwbouw van de bakkerij zou op kosten van de gemeente zijn gekomen.
Door Tiny van Teulingen-Molenaar
Bronnen:
- Schager Courant – 31 augustus 1927
- Schager Courant – 02 oktober 1928
- Schager Courant – 23 augustus 1929
- Wieringer Courant - 24 november 1925
- Wieringer Courant - 13 maart 1928
- Foto: Archief Gemeente Wieringen