© 1989 - 2024
Wat in de Samenvattig is beschreven is één van de mogelijke verhalen achter deze motor. De motor staat symbool voor:
• De nachtelijke bombardementen op Duitse havensteden en de aanvallen op Duitse onderzeeboten en konvooien langs de kust.
• De wereldwijde betrokkenheid van diverse landen bij de luchtoorlog boven Nederland.
• Vier vliegtuigbemanningen, totaal negentien jonge mannen die geen van allen de oorlog hebben overleefd: één Canadees, één Nieuw-Zeelander, vier Britten, vijf Polen en acht Nederlanders. Achter de namen van twaalf mannen staat ‘MIA’ (Missed In Action) vermeld.
• Hun lichamen werden nooit geborgen. In deze groep bevinden zich de bemanningsleden van twee Hudsons van het beroemde Nederlandse 320 Squadron RAF. De stoffelijke overschotten van de andere bemanningsleden zijn op diverse plaatsen in het Waddengebied aangespoeld; ze werden begraven op Terschelling (2), op Ameland (1), op Schiermonnikoog (2), in Ulrum (1) en in Nijmegen (1).
In de nacht van 26 op 27 januari 1943 worden vier Lockheed Hudson bommenwerpers van 320 Dutch Squadron RAF, afkomstig van het Engelse vliegveld Bircham Newton, uitgezonden om een Duits konvooi aan te vallen.
De Hudson 'EW 919' wordt bij Terschellingerbank, waarschijnlijk het slachtoffer van Duits afweervuur (Flak). Van het toestel en de vier bemanningsleden wordt niets meer vernomen. De piloot van het toestel was Bootsman Chris Kost uit Den Helder.
Vele jaren later wordt bij Terschelling door de Wieringer viskotter van de gebroeders De Haan één van de beide Pratt & Whitney (P&W) motoren van deze Hudson opgevist. De motor krijgt uiteindelijk een permanente plek in de berm van de Vatropperweg bij het huis van de familie de Haan.
door Jan Wessels
Door de gebroeders De Haan werd later ter hoogte van IJmuiden een Wright-vliegtuigmotor opgevist. Deze motor heeft ook een plaats in de berm gekregen en staat symbool voor:
•De bombardementen op Duitsland bij daglicht door zwaar bewapende B-17 ‘vliegende forten’, die later in de oorlog werden begeleid door langeafstand-jagers, zoals de Thunderbolt, de Lightning en de Mustang.
•Twee Amerikaanse vliegtuigbemanningen, totaal 19 jonge mannen, die allemaal heelhuids het aangeschoten vliegtuig wisten te verlaten. Achter hun naam staat POW (Prisoner Of War). Ze werden door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en hebben allen de oorlog overleefd.
Het onderzoek
Bij het onderzoek heb ik getracht antwoord te krijgen op de volgende vragen:
•Wat is het fabricaat en type van beide motoren?
•Welke vliegtuigen waren in Tweede Wereldoorlog uitgerust met deze motoren?
•Welke vliegtuigen van dit type zijn neergestort in de vindgebieden?
•Wat waren de missies van de verschillende vliegtuigen?
•Wat is er bekend over de bemanningen?
In dit artikel wil ik me beperken tot de rechter motor, opgevist bij IJmuiden. In de volgende editie de verhalen achter de “Terschellingmotor’.
Fabricaat en type van de motor
Beide motoren zijn radiaalmotoren (of stermotoren), waarbij de cilinders in een cirkelvorm om de krukas zijn geplaatst. Op de motoren zijn geen sporen van serienummers meer te vinden. Op internet zijn veel gegevens te vinden over dit soort motoren. Voor een techneut is het verleidelijk om hier breed over uit te wijden, maar ik denk niet dat de meeste lezers hier op zitten te wachten. Daarom alleen een samenvatting van de onderzoeksresultaten.
De rechter motor heeft één rij van negen cilinders en een diameter van circa 1.4 meter. Uit de vier mogelijke kandidaten blijkt de Wright R-1820 Cyclon de meeste overeenkomsten te hebben.
De vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog waren uitgerust met deze motor:
Beide motoren werden toegepast op een groot aantal Amerikaanse en Engelse vliegtuigtypes. De eerste echte uitdaging was om uit te zoeken welke van deze vliegtuigtypes in de Tweede Wereldoorlog zijn neergestort in het Nederlands kustgebied. De Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 (SGLO) heeft samen met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NiMH) het Verliesregister 1939-1945 gepubliceerd. Hierin zijn alle militaire vliegtuigverliezen in Nederland (incl. territoriale wateren) in de Tweede Wereldoorlog vastgelegd. Sinds maart 2014 is dit Verliesregister, dat ongeveer 7000 vliegtuigen bevat, op internet te raadplegen.
Zonder deze databank was het voor mij onmogelijk geweest om de informatie over de vliegtuigen ‘boven water te halen’.
Het onderzoek met behulp van het verliesregister leverde de volgende resultaten op:
Onderstaande vliegtuigtypes, die uitgerust waren met deze motor, zijn in de Tweede Wereldoorlog neergestort in het Noordelijk en Noordwestelijk Nederlandse kustgebied:
•Boeing B-17 Flying Fortress
•Lockheed Hudson I, II, III
De vliegtuigen van dit type die zijn neergestort in de Noordzee ter hoogte van IJmuiden:
In de SGLO-database vinden we In het zoekgebied ‘IJmuiden’ 43 vliegtuigcrashes. Hiervan zijn 30 vliegtuigen neergestort in de Noordzee. Uiteindelijk blijkt dat van deze 30 vliegtuigen er 2 toestellen voldoen aan de zoekcriteria: ‘uitgerust met Wright R-1820 Cyclon motoren en neergestort in het vindgebied’.
Het gaat dan om twee B-17G ‘Flying Fortress’ bommenwerpers. Dit vliegtuigtype beschikte over vier motoren elk met een vermogen van 1200 pk.
In het verliesregister hebben alle vliegtuigen een uniek T-nummer (tijdelijk volgnummer) gekregen. De beide B-17G ‘Vliegende Forten’ zijn te vinden onder de nummers T 2723 en T 5262.
De vliegtuigen, de missies en de bemanningen:
T 2723:B- 17G ‘Paper Doll’, serie nr. 42-3345.
Datum: 28 juli 1943
Doel: Focke-Wulf vliegtuigfabrieken in Ochsersleben (bij Magdeburg)
T 5262:B-17G ‘Carrie B’, serie nr. 43-38187.
Datum: 16 februari 1945
Doel: Spoorwegrangeercomplex Gelsenkirchen
Met de gegevens van het Verliesregister als basis was op internet veel informatie te vinden over de vliegtuigen en de bemanningen. Ik heb geprobeerd dit in de volgende verhalen samen te vatten.
B- 17G ‘Paper Doll’ – Missie Ochsersleben
Pilot1st Lt.E.R. Deshotels
Co-Pilot2nd Lt.O.B. Prichard
Navigator2nd Lt.L. D’Adessio
Bombardier2nd Lt.N.H. Mc Call
EngineerT/Sgt.H. Hudson jr.
Radio operatorT/Sgt.W.E. Bolton
Afb AirgunnerS/Sgt.R.G. Hallenbeck jr.
AirgunnerS/Sgt.K.E. Godfrey
AirgunnerSgt.G.A. Ganem
AirgunnerS/Sgt.A.B. Farrow
Aantekeningen van Nelson Heisler McCall (Heis), bommenrichter van de ‘Paper Doll’:
Snetterton Heath, England 28 juli 1943. Het doel op deze dag waren de Focke-Wulf vliegtuigfabrieken in Ochsersleben. Vanaf de start hadden we al problemen. Het formeren van ‘groups’ en ‘wings’ verliep heel slecht doordat de wolkenformaties veel hoger waren dan voorspeld. Uiteindelijk belandden we in de staart van de formatie. Ons jagersescorte had te weinig vliegbereik en moest bij de Nederlandse kust al omkeren. Daarna kregen we te maken met intensieve aanvallen van Duitse jagers.
Vlak bij het doel werd één van onze motoren door Flak uitgeschakeld. We kozen ervoor om toch door te gaan in de wetenschap dat we veiliger waren onder de dekking van de bewapening van de omringende vliegtuigen. Op de terugweg verloren we nog een motor zonder te weten wat de oorzaak was. We konden nog te weinig snelheid maken en moesten de formatie verlaten. Hierdoor werden we een gemakkelijke prooi voor de jagers. Vlak bij de kust werd de propeller van de derde motor beschadigd door vijandelijk vuur. Onze laatste motor verloor steeds meer vermogen.
We beseften dat we geen schijn van kans hadden om de 80 mijl Noordzee tussen de kust en Engeland te overbruggen. We zaten nog op 7000 meter en hoopten de kist in de buurt van de Engelse kust op het water neer te zetten. We werden echter beschoten door twee Duitse jagers, het vliegtuig liep nog meer schade op en zowel de piloot Deshotels als ik raakten aan de voet gewond door granaatscherven.
We wisten één van de jagers neer te schieten en de overgebleven jager keerde om. Hij had waarschijnlijk onvoldoende brandstof om nog verder te volgen en wist dat wij toch zouden crashen. Het vliegtuig maakte een perfecte buiklanding op het water en bleef in eerste instantie keurig drijven. We activeerden snel de reddingsvlotten en gingen aan boord. Er was nog genoeg tijd om jerrycans met water uit het vliegtuig te halen. De noodradio was helaas vernield door vijandelijk vuur. Het vliegtuig bleef nog 20 minuten drijven. De navigator dacht dat we binnen een afstand van 10 mijl van de Engelse kust waren.
Na anderhalf uur roeien hoorden we vliegtuigmotoren. We schoten lichtkogels in de lucht om aandacht te trekken. Dat lukte en even later zagen we twee Messcherschmitts 109. De kruizen op de vleugels waren duidelijk zichtbaar. Een moment dachten we dat ze ons zouden aanvallen, maar ze maakten een vriendschappelijk gebaar door met de vleugels te wiegen. Eén vliegtuig bleef rondcirkelen, de ander verdween, maar kwam al snel weer terug als begeleider van een omgebouwd jacht, met een 20 mm kanon op de bak. We waren erg verbaasd om zo’n klein, lichtbewapend vaartuig in de buurt van Engeland aan te treffen. We werden aan boord genomen.
De soldaten aan boord waren van de Luftwaffe en de bemanningsleden waren Noren. Na een aantal uren varen bereikten we Amsterdam en gingen aan de wal bij een dok. Daarna marcheerden we door het havengebied naar een gebouw dat een stadsgevangenis bleek te zijn. Onderweg werden we gevolgd door verschillende jonge meiden die het V-teken maakten tot grote ergernis van de Duitse bewakers. We brachten de nacht door in de cel. De volgende dag vertrokken we per trein uit Amsterdam naar Dulag Luft (Durchgangslager der Luftwaffe).
B-17G ‘Carrie B’ – Missie Gelsenkirchen
Pilot1st Lt.J.N. Donaldson
Co-Pilot2nd Lt.C.R. Wilson
Navigator2nd Lt.W.W. Jeffers
BombardierSgt.R.L. Summers
Radio operatorSgt.G.S. Harvey
TT-gunnerSgt.W.O. Streuter.
BT-gunnerSgt.A.D. Shereck
W-gunnerSgt.M. Gagich
T- gunnerSgt.J.M. Harringtoon
De 401st Bomb Group van de Eight Air Force was gestationeerd op Station 128, Deenethorpe, Engeland. Het complex beschikte over drie landingsbanen, twee hangars en 50 opstelplaatsen en was de thuisbasis voor de B-17 Vliegende Forten van de 401st Bomb Group. De group vloog 255 missies gedurende de zeventein maanden van stationering op Deenethorpe.
Missie 209 vond plaats op 16 februari 1945 naar het grote spoorweg rangeercomplex in Gelsenkirchen. Zevenendertig bemanningen en een leidende crew van Kimbolton werden ’s morgens vroeg gebriefd. Het verzamelpunt was boven de Kingscliffe Buncher op 3000 meter. Alle vliegtuigen waren om 11.00 h in de lucht.
Het enorme rangeercomplex was van groot tactisch belang voor de Wehrmacht. Er was veel rook en mist boven het complex en de resultaten van het bombardement waren ‘redelijk tot slecht’. Wel was er veel schade aangericht aan de stad.
De B-17 Carrie B III maakte deel uit van het 613th Bomb Squadron dat met nog twee squadrons een onderdeel vormde van de 94th Combat Wing ‘B’-group. Het was ongeveer 12.00 h toen het toestel boven het doel werd geraakt door Flak, waardoor één motor uitviel. Lt. Donaldson zette de propeller in de vaanstand en probeerde de thuisbasis te bereiken. Toen hij merkte dat dit niet ging lukken riep hij ter hoogte van IJmuiden de bemanning op om het toestel te verlaten voordat het toestel in de Noordzee zou storten.
Alle bemanningsleden wisten met behulp van de parachute veilig in zee te landen en wisten allemaal op een vlot te klimmen. Ze dreven langer dan twaalf uur in zee voordat ze aanspoelden op de kust. Ze gaven zich over aan de Duitsers en werden allemaal krijgsgevangen gemaakt.
De vergeten vlieger van Vatrop, door Jan Wessels.
Het verhaal achter de oude vliegtuigmotoren (1), door Jan Wessels.
Het verhaal achter de oude vliegtuigmotoren (2), door Jan Wessels.
Het verhaal achter de oude vliegtuigmotoren (3), door Jan Wessels.
Het verhaal achter de oude vliegtuigmotoren (4), door Jan Wessels.
Riet van der Hulst-Bakker vertelt, door Jan Wessels.