Huisarts Jan Willem Goeje, huisarts op Wieringen van 1909 tot 1917
Jan Willem de Goeje werd geboren in Leiden op 4 januari 1871. Hij was de zoon van professor doctor Michael Jan de Goeje, hoogleraar in Leiden en van Wilhelmina Henriette Leembruggen. Hij bezocht het gymnasium in Leiden en studeerde daar later geneeskunde. In Leiden maakte hij als altviolist deel uit van het studentenorkest Sempre Crescendo.
Hij trouwde te Sliedrecht op 18 december 1902 met Grietje Visser, dochter van Klaas Visser en Martina Margaretha Prins. Ten tijde van zijn huwelijk was hij huisarts in Ermelo. Hij was Remonstrants en zijn vrouw Nederlands Hervormd. Na in verscheidene plaatsen gewerkt te hebben als huisarts kwam hij op 7 juli 1909 vanuit Leeuwarden op Wieringen wonen als opvolger van dokter Koops, die op 15 juli naar Amsterdam zou vertrekken. Zijn vrouw en kinderen volgden op 4 augustus 1909. Kort voordat hij naar Wieringen kwam is zijn vader Michael Jan de Goeje op 17 mei 1909 in Leiden overleden. Dokter De Goeje had daarom zijn praktijk in Leeuwarden toen tijdelijk overgedragen.
Jan Willem de Goeje en Grietje Visser hadden drie kinderen:
1. Wilhelmina Maria Margareta Agatha, geboren op 4 februari 1904 te Ermelo
2. Marianne, geboren op 7 september 1906 te Krommenie
3. Michael Jan, geboren op 7 december 1907 te Krommenie
In 1912 werd Jacoba P. M Grüschke, huisbezoekster van de vereniging tot bestrijding der tuberculose te Utrecht, benoemd tot wijkverpleegster. Een heel treurige gebeurtenis voor hem persoonlijk was het overlijden van zijn nog jonge vrouw Grietje Visser op 1 juli 1912, 32 jaar oud, hem achterlatend met drie nog jonge kinderen. In overlijdensadvertenties wordt zuster Grüschke heel vaak bedankt voor de goede zorgen, al of niet samen met dokter De Goeje. Lang heeft zij niet als wijkverpleegster op Wieringen gewerkt, getuige het volgende bericht van 23 december 1913 in de Schager Courant:
Inzamelingsactie in 1911
Naar aanleiding van het verdrinken van twee vissers, onder wie Klaas Lont (34 jaar), op 7 juni 1911 tijdens de ansjovisvangst bij Enkhuizen werd er voor zijn weduwe Maartje Rotgans, die achterbleef met vier jonge kinderen, een inzameling gehouden, omdat ze volledig zonder inkomsten was. Die actie ging verder dan Wieringen, want in Het Volk van 24 juni 1911 stond onder meer het volgende:
“ HULPKREET UIT WIERINGEN Wie helpt ons?
Staking van de wiermaaiers
In 1913 staakten de wiermaaiers op Wieringen. De wierwaarden waren staatsdomein, maar werden sinds 1895 gepacht door de gemeente Wieringen. Toen het tijd werd om het wier te maaien brak er een staking uit onder de wiermaaiers. De maaiers eisten een verhoging van ƒ1, - per baal. Ze werkten tegen een vergoeding van ƒ 4, - tot ƒ 4,50 per baal. Daarvoor moesten zij het wier maaien, aan boord halen, ‘versen’ (in binnenwater), daarna weer drogen en naar de perserijen vervoeren. In plaats van één gulden verhoging werd slechts ƒ 0,25 geboden. Toen het gemeentebestuur zag dat geen enkele maaier naar zee ging, is de gevraagde één gulden verhoging toegestaan. Maar ongeveer de helft van de maaiers had al ander werk gezocht, zodat dat jaar lang niet al het wier werd geoogst. Dokter De Goeje was bemiddelaar. Samen met dominee Leendertz en opzichter Nieuwland vormde hij een commissie van onderzoek en voorlichting. Er valt nog wel meer te vertellen over deze staking, maar dat valt buiten het kader van het onderwerp van dit artikel.
Dokter De Goeje is op 4 maart 1914 op Wieringen hertrouwd met de 33-jarige nu voormalige wijkverpleegster Johanna Maria Pieternella Grüschke, geboren op 10 februari 1881 te Hellevoetsluis, dochter van Johan Gottlieb Grüschke en Jacoba Maria den Hartog.
2. Claudia Henrica, geboren in 1917
3. Hans, geboren in 1922
Gekozen in de gemeenteraad van Wieringen
Dokter De Goeje maakte op Wieringen sinds 1 augustus 1915 deel uit van de gemeenteraad. Hij had 104 stemmen gekregen evenals een andere kandidaat. Na een tweede stemming werd hij alsnog gekozen. Wegens zijn benoeming tot raadslid van Wieringen nam hij met ingang van 1 augustus 1915 ontslag al gemeentegeneesheer.
“In de eerste plaats zal een deel van de opbrengst der collecte worden besteed om de personen die op Wieringen een wijkplaats hebben gezocht, dien steun te verleenen, welke dringend nodig is. De bestemming van het restant zal nader worden geregeld. Voorts werd een centrale commissie gevormd bestaande uit de heeren J.W. de Goeje , N.J. Poel en S. de Vries, welke met den burgemeester de noodige regeling zal treffen tot steun van de hier vertoevende vluchtelingen. Aanvragen om steun kunnen ter gemeente-secretarie worden gedaan, elken werkdag van 9-12 en 2-4.”
Een voorbeeld van een advertentie van een dankbare (oud) vluchteling:
Armenzorg
Door de kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Hippolytushoef werd besloten per 1 januari 1916 geen vergoeding meer te geven aan dokter De Goeje voor geneeskundige hulp aan de armen. Hierover ontving hij een brief van ds. Witkop. Het was niet overlegd met de gemeente en de kerkenraad bleek ook onkundig te zijn van deze maatregel. Er werd gesproken over een geschil tussen de kerkenraad en het gemeentebestuur en een geschil tussen de kerkenraad en dokter De Goeje. Alles werd in der minne geschikt. Dokter De Goeje protesteerde hier tegen. In een brief aan de gemeenteraad en aan het classicaal bestuur. Het bericht haalde ook de nationale kranten. De NRC en De Telegraaf schreven er over. Al snel werd hij opnieuw aangesteld, al begin januari 1916, als geneesheer van de Nederlands Hervormde Diaconie van Hippolytushoef en Westerland. De geneeskundige behandeling van de armen werd dus weer aan hem opgedragen. De kerkenraad heeft toen ook alsnog de rekeningen van 1913, 1914 en 1915 aan hem betaald.
Oorlogstijd
In 1917 deden de gevolgen van de eerste wereldoorlog (1914-1918) zich steeds meer voelen op Wieringen. Er heerste alom schaarste. Het Witte Kruis, afdeling Wieringen, waarvan dokter De Goeje voorzitter was, organiseerde voordrachten met kookproeven onder het motto
Namens de Brandstoffen-commissie, de voorzitter J. W. de Goeje.”
Vertrek naar Zaandam in 1917
In Zaandam was een vacature voor een huisarts. De andere artsen moest bij toerbeurt waarnemen. Zij hebben toen, heel bijzonder, Jan Willem de Goeje gevraagd of hij naar Zaandam wilde komen om de vacature te vervullen. Dat heeft hij dus gedaan. Hij kende de Zaanstreek omdat hij eerder arts was geweest in Krommenie.
Jan Willem de Goeje is overleden op zaterdag 7 december 1946 te Wassenaar. Bericht in de Flevobode van 14 december 1946: “ Dokter De Goeje overleden –Dokter J.W. de Goeje, van 1909 tot 1917 arts in deze gemeente is op 75-jarige leeftijd in Leeuwarden*) overleden. De overledene was Ridder in de Orde van Oranje Nassau en laatstelijk Hoofd van den Nederlandschen Dienst van het Staatstoezicht op het ziekenfondswezen.”
Door Bob Gorter